De sleutel van Sint Servaas

Als eerste bisschop en patroonheilige van de stad Maastricht wordt Sint Servatius traditioneel in verband gebracht met een aantal voorwerpen, waarvan de meeste in de schatkamer van de Sint Servaasbasiliek te vinden zijn. Een van die voorwerpen en misschien wel het meest tot de verbeelding sprekende, is de sleutel van Sint Servaas, volgens een aantal Maastrichtenaren nog steeds ten onrechte ‘stadssleutel’ genoemd. Dit attribuut gaf volgens de legende toegang tot nog iets veel hogers dan de stad Maastricht: de hemel.

De sleutel is een voorwerp van Karolingische edelsmeedkunst en is kort na het jaar 800 (waarschijnlijk) vervaardigd door het hofatelier van Karel de Grote in Aken. Het is een zilveren sleutel van 29 cm lang en heeft een gewicht van 1045,6 gram. De sleutel is een attribuut van Sint Servaas en maakt deel uit van de zogenaamde Servatiana, voorwerpen die verbonden zijn met het leven van Servatius. Hoe deze sleutel in Maastricht en bij het Sint Servaaskapittel terecht is gekomen, is niet bekend. Wel bestaat het vermoeden dat Einhard, een geleerde aan het hof van Karel de Grote en tevens abt van Sint Servaas, hierin een rol speelde. De Sint Servaassleutel staat afgebeeld in het wapen van het Sint Servaaskapittel (zie afbeelding) en dat van enkele van de elf banken (onderhorige dorpen) van het kapittel.


De sleutel van Sint Servaas in een vitrine in de schatkamer van de Sint Servaasbasiliek.

De sleutel wordt voor het eerst als attribuut van Servatius genoemd door de monnik Jocundus in de Servaaslegende rond het jaar 1080. Deze werkte in opdracht van het kapittel van Sint Servaas. Volgens deze legende blijkt Servatius bij terugkomst van zijn pelgrimstocht naar Rome in het bezit te zijn van een sleutel. Hij vertelt aan de inwoners van Tongeren dat hij deze van de apostel Petrus gekregen heeft, die aan hem verschenen zou zijn. De sleutel zou passen op de hemelpoort en dus toegang geven tot de hemel.

In de liturgie en volksdevotie wordt het gebruik van de sleutel van Sint Servaas voor het eerst genoemd rond het jaar 1200. Zo werd de sleutel tijdens muizenplagen over de velden gedragen en dacht men genezen te worden van allerlei kwalen als men de sleutel aanraakte. Water zou geneeskrachtig worden als men de sleutel daarin zou onderdompelen. Ook gebruikte men de sleutel ter voorkoming van de verwoesting van de oogst door noodweer.
Soms werd het kleinood in processies meegevoerd en zat een kapelaan op 13 mei, de naamdag van Sint Servaas, bij het beeld van de heilige vóór in de kerk en zegende de kerkgangers met de sleutel.
De sleutel hoorde overigens niet bij de relieken die tijdens de Heiligdomsvaart aan het publiek werden getoond.

In 1634 werd de sleutel, samen met andere kostbare stukken uit de kerkschat van het Sint Servaaskapittel, wegens oorlogsdreiging overgebracht naar Luik. Twintig jaar later werd de situatie weer veilig geacht en keerde de sleutel terug naar Maastricht. Daarna zou deze (tot op heden) nooit meer uit Maastricht weggaan.

Tegenwoordig is de sleutel op tal van voorwerpen in en rondom de Sint Servaasbasiliek te vinden, onder andere op de oude en nieuwe klok Grameer, op de mantels van de leden van de Vereniging Het Graf van Sint Servaas, op een bewaard gebleven immuniteitspaaltje aan het Sint Servaasklooster en op de lantaarnpalen op het Vrijthof. De sleutel is verder via de eerdergenoemde banken van Sint Servaas terechtgekomen in de gemeentewapens van de voormalige gemeentes Cadier en Keer, Heer en Berg en Terblijt en (via laatstgenoemde) in het wapen van de huidige gemeente Valkenburg aan de Geul.
In 2015 werd de sleutel als 3D-illusie op het Vrijthof aangebracht door de kunstenaar Manny Dassen, als anamorfose ‘De sleutel tot d’n hiemel’.

Bronnen:
Der gude Sente Servas, A.M. Koldewij;
Historische Encyclopedie van Maastricht, P. Ubachs/I. Evers;
Heiligdomsvaart.nl