De Wycker Kruittoren

Niemand van de nu levende Maastrichtenaren heeft het bouwwerk ooit fysiek gezien, maar toch is het misschien wel het meest gemiste vestingwerk van de stad: de Wycker Kruittoren. De sinds de zestiende eeuw als kruitopslag gebruikte waltoren werd in 1868 zonder noodzaak gesloopt. Wat dan wel de reden hiervan was, leest u hierna.
Wycker Kruittoren 1868
De Wycker Kruittoren vlak voor de sloop in 1868. Foto: Theodoor Weijnen.

De als waltoren gebouwde toren was onderdeel van de vermoedelijk aan het einde van de veertiende eeuw verstevigde omwalling van Wyck en werd oorspronkelijk Woutersrondeel genoemd. Het was de meest noordwestelijke punt van de Wycker omwalling en stond slechts twintig meter verwijderd van de Maas. Daarom noemden sommige Maastrichtenaren de toren ook wel ‘toren aan de lage Maaspunt’. De toren was een markante blikvanger in de vestingmuur rond Wyck, zoals oude foto’s van Theodoor Weijnen en fraaie tekeningen van Philippus van Gulpen en Alexander Schaepkens uit het midden van de negentiende eeuw laten zien.

De uit drie (of vier?) verdiepingen bestaande toren was ruim twintig meter hoog en werd om die reden ook wel ‘grote toren’ genoemd. De middellijn van het grondvlak bedroeg ongeveer tien meter. Door de dikte van de muren (circa twee meter) bleek de toren later uitermate geschikt als opslagplaats voor buskruit. Een buitentrap leidde naar de eerste etage, een interne wenteltrap naar de volgende verdiepingen. Tussen de tweede en derde etage versmalde de toren zich. Hier bevond zich een galerij met schietgaten onder een lessenaarsdak. De torenspits was bedekt met leien.

Na het verstenen van de aarden wal om Wyck aan het einde van de zestiende eeuw, waardoor de omwalling verschoof in de richting van de Maas, kwam de toren binnen de vesting te liggen en verloor daardoor zijn functie als verdedigingstoren. Zo kreeg de toren zijn nieuwe bestemming als polvertoren, dat de nieuwe naam Kruittoren opleverde. Onder deze naam is het bouwwerk nog steeds het meest bekend.

Van links naar rechts: de Sint Maartenspoort, de Sint Maartenskerk en de Wycker Kruittoren gezien vanuit het noorden (Alexander Schaepkens, ca. 1840).

Helaas heeft de toren het niet overleefd. Ondanks de sloop van het grootste deel van de stadsmuren en -poorten na de ontmanteling van de vesting in 1867, stond de Kruittoren niet op de nominatie om gesloopt te worden. Hier was namelijk absoluut geen dringende (bouwkundige) reden voor. De Kruittoren was geenszins bouwvallig en stond al helemaal niet ‘in de weg’. De pastoordeken van Wyck, Paulus van Laer en het kerkbestuur van de in 1860 voltooide Sint-Martinuskerk vonden echter dat de oude toren volstrekt misstond bij de mooie, nieuwe kerk. Volgens hen ontnam deze het zicht op de neogotische kerk. Na het slechten van de vestingwerken was er weliswaar vrij zicht op de kerk vanaf de andere Maasoever, maar dat zicht werd toch ook vooral belemmerd door de Kruittoren, vonden zij. Bovendien werd de toren ervaren als een belemmering voor de processie. Daarom moest hij worden gesloopt. Nu had de invloedrijke deken Van Laer blijkbaar veel ‘vriendjes’ in liberale kringen en met de hulp van die politieke lobby wist hij te bewerkstelligen dat de kruittoren in december 1868 tegen de vlakte ging. Dat ondanks heftig, maar tevergeefs verzet van Alexander Schaepkens en Victor de Stuers. Tot ver in de twintigste eeuw zijn er plannen geweest de toren te herbouwen.

We zullen het echter moeten doen met het ontwerp van de Pater Vincktoren in het Faliezusterspark. Deze is in 1906 door architect Willem Sprenger, op aanwijzingen van Victor de Stuers, naar voorbeeld van de Wycker Kruittoren herbouwd.

Bronnen:
  • Sint Maartenspoort, Maastrichts Silhouet #68, J. van den Boogard
  • Geslechte vestingwerken van Maastricht, I.M.H. Evers
  • Bolwerk der Nederlanden, L.J. Morreau

Bekijk ook