In de groene staadeler

Maastricht telt nog rond 270 gevelstenen, die stammen uit (pakweg) de zeventiende en achttiende eeuw. In die periode werden huizen massaal van steen gebouwd en kenden wij nog geen huisnummering. Huisnamen zorgden ervoor dat woningen herkenbaar waren en gevonden konden worden. Zo had elk huis (soms al eeuwen) een huisnaam, die volgens vast gebruik in de vorm van een gevelsteen boven de voordeur werd ingemetseld en die vaak betrekking had op plaatselijke omstandigheden van de woning en/of de bewoner van het pand. Tegenwoordig, enkele honderden jaren later, is het vaak niet eenvoudig en dus een heuse uitdaging deze naamkeuze te verklaren. Een mooi voorbeeld hiervan is ‘In de groene staadeler’ in het pand Hoogbrugstraat 74.
Kapotte gevelsteen
De teruggevonden gevelsteen verkeerde in slechte staat, waardoor restauratie noodzakelijk was. Tijdens deze restauratie werd de steen ook ingekleurd.

Het enige verklaarbare feit in deze gevelsteen is het jaartal 1777. Uit deze tijd stamt namelijk het pand inclusief de stenen naamaanduiding. Wat de naam betreft is het even gissen wat een ‘staadeler’ is en waarom deze groen is. Ook de afbeelding geeft niet meteen een panklare oplossing van het vraagstuk. Maar er is wel een theorie die de naam en de uitwerking hiervan kan verklaren.

De vreemde kop, maar al te vaak onterecht herkend als ‘leeuwenmasker’, noemen de Engelsen een ‘greenman’, een gezicht met bladeren en takken uit mond, neus of oren. Hij is te vinden in vele culturen en alle tijden over de hele wereld en staat voor de levenskracht van de natuur en voor natuurverbondenheid. Groen is een vaak gebruikt woord voor jong, fris, nieuw. Staadeler, stadeler of Staedler en vele andere schrijfwijzen betekent gewoon ‘stedeling’. In feite zou er dus ‘de nieuwe stedeling’ gelezen kunnen worden. Geplaatst door iemand van elders die daar als nieuwe stadsbewoner is komen wonen en dat metaforisch in afbeelding en onderschrift heeft laten vastleggen? Zeg het maar! Het zou zomaar een juiste verklaring kunnen zijn. Aardige bijkomstigheid is dat in 1753 in dit pand de Oostenrijkse brouwersfamilie Stadleer is komen wonen, wat ook nog een treffende woordspeling oplevert. Dit wijst inderdaad wel heel erg in de richting van de eerder beschreven theorie.

Dit betreft bovendien een herplaatste steen. De steen is op een gegeven moment, waarvan het exacte jaartal niet bekend is, uit het pand verdwenen en opgeslagen in een depot. Het verwijderen van een gevelsteen uit een pand gebeurde vroeger nog wel eens tijdens een verbouwing waarbij de structuur van de voorgevel werd gewijzigd, waardoor geen plek meer was voor de steen. Soms verdween de steen, omdat deze beschadigd was en niet ter plekke in de gevel snel te repareren was. Over wanneer en waarom deze gevelsteen uit dit pand verwijderd is, tasten de historici in het duister, al was deze inderdaad wel beschadigd. Op een gegeven moment is deze in erg slechte staat in een opslag bij de Helpoort teruggevonden en herplaatst op de oorspronkelijke plek in hetzelfde pand, vanwaar deze ooit verdwenen was.

Het terugplaatsen van deze opmerkelijke steen (in 1960) vereiste van het gevelsteencomité het nodige geduld en tact om de stokoude en achterdochtige bewoonster ervan te overtuigen, dat zij voor deze actie geen geld verschuldigd zou zijn. De hoogbejaarde dame weigerde het bericht, dat de gevelsteen zonder kosten in de voorgevel teruggebracht zou worden, te geloven. Nadat de bewuste steen in de gevel uiteindelijk was ingemetseld, werd zij uitgenodigd om het resultaat in ogenschouw te nemen. Nu pas herinnerde zij zich dat deze gevelsteen in haar jeugd ook al in het pand had gezeten, waarna zij de initiatiefnemers geëmotioneerd om de hals viel. Eind goed, al goed, dus!

Bronnen:
  • Gebeiteld en Verguld, Servé Minis;
  • Gevelstenen in Maastricht, Jef Bartelet;
  • Gevelstenen.net.

Bekijk ook