Quartier Amélie; een arbeiderswijkje aan de Maas

Op de plek van de huidige warmtekrachtcentrale van de papierfabriek Sappi, in de hoek van de spoorbrug en de Maas, lag tot vlak na de Tweede Wereldoorlog het Quartier Amélie. Dit arbeiderswijkje, gebouwd door Petrus II Regout en door de Maastrichtenaren ‘Krejje Dörrrep’ genoemd, werd vooral bekend na het bombardement in augustus 1944. Een terugblik naar dit bijzondere stukje Maastricht.

In 1881, na de sloop van een groot gedeelte van de stadsmuur, opende Pierre Regout, de oudste zoon van Petrus Regout, het Quartier Amélie. Het buurtje, genoemd naar zijn echtgenote, bestond uit vijf achter elkaar gelegen dubbele huizenrijen en telde 59 eengezinswoningen, bestaande uit drie kamers, een keukentje en een zolder. Verdeeld over het gebied lagen enkele (gemeenschappelijke) waterputten, die voor de watervoorziening moesten zorgen. Dat dit niet zonder risico’s was, bleek in 1894 toen er een cholera-epidemie uitbrak met 44 doden als gevolg. Pas veel later zijn (slechts) enkele huisjes aangesloten op het waterleidingnet van de stad Maastricht.

Het tussen de papierfabriek, de spoorlijn Maastricht-Hasselt en de Maas ingeklemde wijkje vormde een eenheid, aparte straatnamen waren er niet (zie de witte huisjes rechts op de luchtfoto uit 1930-1935). De huizen waren allemaal genummerd onder de ‘straatnaam’ Quartier Amélie. In trouwboekjes uit het einde van de negentiende eeuw is ook de naam ‘Achter de Papierfabriek’ gebruikt voor deze woningen. Later werd ook de Fransensingel, die voor een deel aansloot op het buurtje, als postadres gebruikt.
In de volksmond heette het wijkje echter ‘Krejje Dörrep’, genoemd naar de sintels, die als afvalproduct overblijven na steenkoolverbranding. Deze waren afkomstig van de nabijgelegen fabrieksovens van de industrie rond het Bassin. De straten in deze wijk waren niet geplaveid, maar met deze sintels verhard. De Maastrichtenaren noemden dit ‘krejje’ en binnen de kortste keren was een nieuwe wijknaam geboren.

Regout had dit wijkje aanvankelijk bestemd voor zijn glasblazers en hun gezinnen, die liefst dicht bij de fabriek gehuisvest moesten worden, zodat ze snel op afroep beschikbaar waren. De als onaangenaam bekend staande Pierre Regout had deze woningen op eigen kosten en in eigen beheer gebouwd. Ook de verhuur regelde hij zelf. Werknemers die hem niet bevielen, zoals stakers in de jaren 90 van de negentiende eeuw of arbeiders die niet langer bij hem werkten, zette hij uit zijn wijk.


De elf gespaarde huisjes in het Quartier Amélie na het bombardement van 18 augustus 1944

Het arbeiderswijkje kreeg grote bekendheid toen een geallieerd bombardement op 18 augustus 1944 het complex grotendeels verwoestte. Het doel van het Amerikaanse luchtbombardement, de spoorbrug over de Maas, werd nagenoeg gemist. Ook de rechteroever van de Maas werd daarbij fors getroffen, waaronder de Maastricht Zinkwit Maatschappij, de tegelfabriek REMA en een groot deel van het ‘Roed Dörrep’ in Sint Maartenspoort. Het bombardement kostte de 92 burgers het leven.
Van het zwaar gehavende ‘Krejje Dörrep’ bleef slechts een rij van elf huisjes aan de Fransensingel (tijdelijk) behouden. De overige woningen werden gesloopt. Op het terrein bouwde De Sphinx een fabrieksloods. Het terrein met de resterende huizen werd in 1947 aan de Koninklijke Nederlandse Papierfabriek (KNP) verkocht. De huizen en de loods werden enkele jaren later gesloopt. Hier werd een fabrieksuitbreiding van de KNP gerealiseerd. In 1955 verrees hier een nieuwe warmtekrachtcentrale, een hoog bakstenen gebouw dat nog steeds het uiterlijk van de fabriek aan de Maaszijde bepaalt.

Bronnen:
Historische Encyclopedie van Maastricht, P. Ubachs/I. Evers;
Mestreechonline.nl, Ingrid Evers e.a.;
Nieuwe Biesen/KNP, Maastrichts Silhouet #63, Stichting HM.