Vreemde muurgaten in oude gevels

Gevels van oude panden tonen soms rijen vierkante gaten. Op bijgaande foto van een pand in de Lenculenstraat zijn deze ook te zien, boven in de gevel onder het dak en in dit geval iets terugliggend dichtgemetseld. De vraag richt zich op de (voormalige) functie van de gaten. Tijdens wandelingen denken mensen soms aan uilengaten. Maar zijn die niet veel groter? Hieronder volgt het antwoord.

De gaten zijn afkomstig van zogeheten kortelingen van houten steigers die gebruikt werden door bouwlieden. Kortelingen zijn de in de muur stekende balken, waarop de steigerplanken werden gelegd of waaraan de steiger hing. Dit heette een vliegende steiger. Van daaraf werd gemesteld. Ieder gat heeft de grootte van één of twee bakstenen plus de voeg erboven en die eronder, rond de 10 bij 10 cm. De afstand tussen twee rijen gaten schommelt rond de meter: het is de rijkwijdte van de metselaar. Zo kon men de steiger zo breed maken als nodig was.

De gaten dienden nog een paar andere doelen. Ze gaan tot diep in de muur, anders konden ze de steiger niet dragen. De (na-)middeleeuwse mortel van de vaak dikke muren had vele tientallen jaren nodig om uit te harden. De gaten gaven de muur daarbij de kans te ventileren. Na die periode moesten ze eigenlijk met een blokje dichtgezet worden, maar dat werd nogal eens vergeten. Bovendien waren ze bij reparaties direct weer bruikbaar. Ze kunnen sierlijk afgewerkt zijn met natuursteenblokjes in kruisvorm of voorzien van kleine gaatjes om de beluchting te handhaven.

De kortelinggaten lijken op soortgelijke andere gaten. Wanneer je bovenaan een weermuur, lager dan de kantelen en moordgaten, steeds twee kortelinggaten boven elkaar ziet, dan zijn die waarschijnlijk bedoeld om, in geval van nood, een hordijs aan te brengen. Dit is een tijdelijke houten weergang, gebaseerd op het principe van de vliegende steiger.

Ook wordt het kortelinggat door vogels handig gebruikt als vogelgat. Echter, om vogels de toegang tot de zolder te ontzeggen, werd aan de binnenzijde van de muur een losse steen gelegd. Uilengaten zijn weer een andersoortige gaten, die vaak de gevels van huizen en boerderijen in buitengebieden sieren en uilen toegang gaven tot graanschuren. Daar konden zij zich tegoed doen aan de muizen, zodat het graan tegen vraat beschermd werd. Uilengaten zijn veel groter dan kortelinggaten, hierin past hooguit een steenuiltje.

Bronnen:
documentatie.org
joostdevree.nl