De Tregabron, een bron van succes?

De Tregabron was een mineraalwaterbron gelegen aan de Kastanjelaan, vlak bij de Cabergerweg in Maastricht. De bron werd in 1929 bij toeval ontdekt bij boringen naar drinkwater. Maastrichts bronwater was een feit en een kuuroord op de westelijke flank van het Maastrichtse Maasdal zou slechts een kwestie van tijd zijn. Het liep allemaal anders dan gehoopt.

De langverwachte uitbreiding van de gemeente Maastricht in 1920 met Sint Pieter, Oud-Vroenhoven, Heugem, Limmel en gedeeltes van Amby en Heer, had op meerdere fronten zijn impact op de stad, niet in het minst voor de watervoorziening. Het aantal inwoners en dus potentiële klanten van de gemeentelijke waterleiding nam met ongeveer 30 procent toe. Een zoektocht naar nieuwe waterwingebieden was het logische gevolg. Niet lang daarna werd aan de Kastanjelaan een pompstation geopend, waar het college van burgemeester en wethouders een grote capaciteit aan (drink-)water verwachtte te vinden. Al na enkele maanden bleek dit tegen te vallen en bovendien bleek het kiemgetal voor bacteriën veel te hoog. Nieuwe diepboringen vanaf 1927 leverden een verrassend resultaat op. In 1929 stuitte men op 330 meter diepte op een spuitende bron van mineraalwater, met een constante temperatuur van 20 graden Celsius.


Het kantoor van Trega Maastricht in 1950, later ook bekend als o.a. het onderkomen van Taxi Crals.

De ontdekking leverde onmiddellijk plannen op om in de directe omgeving een kuuroord te vestigen. Het realiseren van een dergelijk complex bleek na uitgebreid onderzoek evenwel geen haalbare kaart. In 1933 speelde burgemeester Van Oppen nog wel met het idee: ‘Maastricht toekomstige badplaats’. De exploitatie daarvan bood echter nauwelijks behoorlijke perspectieven, doordat de belangstelling voor de Duitse ‘Kurorte’ zienderogen was teruggelopen als gevolg van de economische crisis van 1929. Waarom zou dit in Maastricht dan een succes worden, was de stellige overtuiging van de onderzoekers.


Tregawater ‘geflest’..!

Het water bleek wel geschikt om als ‘tafelwater’ op de markt te worden gebracht. In 1931 startte de exploitatie van de Tregabron met dit doel. ‘Trega’ werd de naam, naar een van de oude namen voor Maastricht. De gemeente bleef eigenaar van de bron, maar gunde de exploitatie aan de Maastrichtse ondernemer P.L.A. Devens. Hij kreeg van de gemeente de concessie om mineraalwater te bottelen en betaalde een vast bedrag per liter gewonnen bronwater. Zowel de gemeente als Devens dachten veel geld te kunnen verdienen aan de Tregabron. Zo werd geadverteerd met de (vermeende) geneeskrachtige werking van het bronwater en zou het water helpen tegen een kater, na een avond flink op stap te zijn geweest. De opbrengst viel echter vies tegen. De exploitatie van de bron bleek zelfs verliesgevend te zijn. In opdracht van het gemeentebestuur stelde het Economisch Technologisch Instituut Limburg (ETIL) een nader onderzoek in. Daarbij werden twee oorzaken van het verlies vastgesteld. Ten eerste had het ‘uitermate smakelijk water’, zoals het verkocht werd, een naar bijsmaakje, dat moeilijk te bestrijden was en maar niet weg wilde. In Maastricht leidde dit onmiddellijk tot een alternatieve verklaring voor de naam Trega: ‘Ter Reiniging en Goede Afgang’.


Reclameschild uit de jaren 1930 (met dank aan Paul Berben).

Daarnaast lieten, volgens het ETIL, de ondernemerstalenten van Devens erg te wensen over. Hij bleek geen goede ondernemer, was een van de uitkomsten van het onderzoek. Zijn lot was daarmee bezegeld. Er kwam een nieuwe exploitant: J.A. van Gils. De nieuwe exploitant verging het niet veel beter dan zijn voorganger, want de resultaten in zijn boeken bleven mager. Tot overmaat van ramp lag de productie na de bevrijding van Maastricht in 1944 geruime tijd stil. Het buizenstelsel van de bron bleek zwaar gecorrodeerd door het agressieve bronwater. Voor dat gevaar was al in de jaren dertig al gewaarschuwd. Nadat dit euvel met veel pijn en moeite verholpen was, pakte Van Gils de exploitatiedraad weer op. Het bleef echter een kwestie van de eindjes aan elkaar knopen voor het bedrijf dat intussen wel een kantoorgebouw aan de Cabergerweg had kunnen realiseren. In de jaren 50 van de vorige eeuw werd bovendien de druk op de bron steeds minder. In samenspraak met de exploitant besloot de gemeente in 1960 de productie te staken en de bron af te dichten.

Twintig jaar later werden er, tegen beter weten in, toch weer plannen ontwikkeld om de Tregabron nieuw leven in te blazen. In augustus 1987 besloot te gemeente een proefboring te laten uitvoeren. Een toekomst voor een kuuroord ‘Aix-la-Meuse’ of ‘Maastricht-les-Bains’ moest toch mogelijk zijn. De plannen trokken veel aandacht maar kwamen (tot nu toe) nooit van de grond.

Bronnen:
Loop naar de Pomp, Vierkant Maastricht #11, C. Cillekens, J. van den Boogaard en B.P.A. Gales;
Bosscherveld & Belvédère, A. van Rooij, S. Minis en W. Mes;
Historische Encyclopedie van Maastricht, I. Evers en P. Ubachs;
Paul Berben (reclameschild).